Het kabinet vindt (om)scholing een belangrijk wapen in de strijd tegen werkloosheid als gevolg van de coronacrisis. Werkgevers die de NOW aanvragen/hebben aangevraagd, worden verplicht om hun werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen, maar dit is ook voor andere werkgevers belangrijk. Daarom investeert het kabinet in (om)scholing en in andere maatregelen om de overstap naar ander werk te ondersteunen.

Via ‘NL leert door’ krijgen mensen de mogelijkheid om kosteloos (online) om- en bijscholing en ontwikkeladviezen  te ontvangen. Hier wordt veel gebruik van gemaakt, voor 2020 is het budget voor ontwikkeladviezen namelijk al op. Dit najaar wordt het mogelijk om in het kader van NL leert door gratis (online) scholingsactiviteiten te volgen. Bekijk voorlopig de mogelijkheden op http://www.hoewerktnederland.nl. In zowel 2021 en 2022 heeft het kabinet extra middelen voor ‘NL leert door’ gereserveerd.

De regering blijft kwetsbare groepen ondersteunen (bijvoorbeeld de doelgroep banenafspraak). Dit wordt onder andere ingevuld met regionale mobiliteitsteams. In het meest ideale geval beginnen zij al met dienstverlening voordat iemand werkloos wordt. Daarbij kunnen (om)scholingtrajecten een rol spelen. Ook is als gevolg van de coronacrisis er in 2021 circa € 50 miljoen beschikbaar vanuit de SLIM-regeling. Met deze regeling stimuleren werkgevers in het mkb, maar ook grotere werkgevers in de sectoren horeca, de landbouw en de recreatie, hun medewerkers om te investeren in ontwikkeling. Dit zijn slechts enkele voorbeelden die in de begroting SWZ worden genoemd voor 2021.

Het opleiden van werknemers brengt de nodige kosten met zich mee. Er zijn verschillende manieren waarop u de financiering van de opleiding van werknemers kunt regelen. Omdat het best lastig is om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is qua subsidies en financiële regelingen, staan hieronder de verschillende mogelijkheden overzichtelijk op een rij.

Opleidingsbudget vaststellen
Om het opleiden en bijscholen van werknemers financieel beheersbaar te maken stellen veel bedrijven een opleidingsbudget in. Op die manier houdt de werkgever grip op de investeringskosten van het opleiden. Dit budget wordt vastgesteld op basis van een jaarlijks vast te stellen opleidingsplan, dat voortvloeit uit het opleidingsbeleid.

Fiscale voordelen scholing
De toewijzing van kosten voor opleiding kan via de werkkostenregeling, bepaalde fiscale voordelen opleveren. De vergoeding of verstrekking van de kosten die de werknemer maakt voor het volgen van een studie ter verwerving van inkomen zijn gericht vrijgesteld als de studie aan de voorwaarden voldoet, als zij zijn aangewezen als werkkosten en wanneer zij gebruikelijk zijn. Deze vergoedingen of verstrekkingen hebben dus geen invloed op de vrije ruimte van de werkkostenregeling van 1,7% over een fiscale loonsom tot en met € 400.000 en 1,2% over het meerdere (2020).

Ook de kosten voor deelname aan symposia en studiereizen zijn gericht vrijgesteld, mits aangewezen als werkkosten. Hetzelfde geldt voor de reiskosten wegens de studie. De gerichte vrijstelling voor eigen vervoer bedraagt maximaal € 0,19. Voor openbaar vervoer bedraagt de gerichte vrijstelling € 0,19 of de werkelijk gemaakte kosten.

Let op! De werknemer moet de studiekosten wel maken met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Wanneer de werknemer als hobby een studie Franse letterkunde gaat volgen, vallen deze studiekosten niet onder de gerichte vrijstelling.

Europese subsidies
Het Europees Sociaal Fonds (ESF) ondersteunt de mobiliteit van werknemers op de arbeidsmarkt door scholing en sociale innovatie. De regels waaraan een ESF-project moet voldoen zijn te vinden in de herziene Subsidieregeling ESF 2014-2020, zie  https://wetten.overheid.nl/BWBR0026313/201. Op de site van Uitvoering van Beleid vindt u een overzicht van subsidies die werkgevers kunnen aanvragen, zie hiervoor https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/subsidies-en-regelingen/duurzame-inzetbaarheid-esf-2014-2020.

O&O-fondsen
Opleidingskosten kunnen soms lager uitvallen door een beroep te doen op speciale fondsen voor opleiding en ontwikkeling van werknemers, de zogenaamde ‘O&O-fondsen’.

Er zijn veel verschillende O&O-fondsen (ook wel: ‘scholingsfondsen’ of ‘sectorfondsen’). Ze zijn veelal opgericht door de werkgevers- en werknemersorganisaties in een bepaalde branche. De fondsen worden gevuld met bijdragen van aangesloten bedrijven. Afspraken hierover worden gemaakt in cao’s.

De sociale partners binnen de sector beheren de fondsen. Om gebruik te maken van een O&O-fonds moet u contact opnemen met de betreffende brancheorganisatie.

Op de site http://ooverzicht.nl/ vindt u een overzicht van O&O-fondsen per sector.

Subsidieregeling Praktijkleren
Voor bepaalde groepen werknemers kunnen werkgevers gebruikmaken van de Subsidieregeling praktijkleren. De regeling heeft als doel om werkgevers te stimuleren om praktijkleerplaatsen en werk-leerplekken aan te bieden.

De subsidie bedraagt maximaal € 2.700,- per praktijk- of werkplaats en is een tegemoetkoming in:

  • de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student; en
  • de loon- of begeleidingskosten.

Bedrijven en instellingen die een praktijk- of leerwerkplaats aanbieden, kunnen in aanmerking komen voor de Subsidie Praktijkleren. De voorwaarden verschillen per onderwijscategorie (vmbo, mbo etc.). Meer info op https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/subsidieregeling-praktijkleren/voorwaarden 

Werkgevers kunnen de subsidie aanvragen, soms via een O&O fonds. De subsidie bedraagt maximaal € 2.700,- per praktijk- of werkplaats en is een tegemoetkoming in:

  • de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student; en
  • de loon- of begeleidingskosten.

De werkgever vraagt de subsidie aan na afloop van de begeleiding. De aanvraag kan worden ingediend via de website van RVO, zie https://mijn.rvo.nl/praktijkleren. Soms heeft een O&O fonds een speciaal portaal ontwikkeld op de website van het betreffende fonds. De subsidieregeling loopt tot en met 2023.

SLIM-regeling voor MKB
Vanaf 2020 is € 48 miljoen beschikbaar gesteld voor initiatieven gericht op stimuleren van leren en ontwikkelen in het mkb. Met deze ‘SLIM-regeling’ wil de minister van SZW een leerrijke werkomgeving stimuleren in het mkb. De subsidieregeling is bedoeld voor drie groepen aanvragers:

  • individuele MKB-ondernemingen;
  • samenwerkingsverbanden in het MKB;
  • grootbedrijven uit de sectoren landbouw, horeca en recreatie.

Sinds maart 2020 kunnen deze drie partijen subsidie voor allerlei initiatieven gericht op leren en ontwikkelen. Bedrijven kunnen de subsidie bijvoorbeeld gebruiken om scholings- en opleidingsbehoeften  te onderzoeken of loopbaanadviezen voor werknemers te laten ontwikkelen. Er is ook ruimte voor initiatieven gericht op het ontwikkelen of invoeren van een methode die werknemers stimuleert kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het oprichten van een bedrijfsschool, het ontwikkelen en realiseren van een systeem van periodieke ontwikkel­gesprekken of het opschalen/uitbreiden van andere succesvolle projecten. Daarnaast kan een mkb-werkgever een tegemoetkoming krijgen in de kosten voor het bieden van een praktijkleerplaats voor (delen) van een mbo-opleiding in de derde leerweg. De derde leerweg is een geschikte leerweg om maatwerktrajecten te realiseren voor volwassenen met werkervaring, werkzoekenden, of werknemers die een carrièreswitch willen maken.

Meer informatie over de SLIM-regeling, de aanvraagtijdvakken en de aanvraagcriteria vind u op https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/subsidies-en-regelingen/slim

Tel mee met taal
Als werkgever kunt u via ‘Tel mee met taal’ jaarlijks subsidie aanvragen voor scholing die leidt tot een betere taalvaardigheid, rekenvaardigheid en/of betere digitale vaardigheden van medewerkers. Zie hiervoor http://www.telmeemettaal.nl/subsidie/werkgevers/. Dit geldt ook voor zzp’ers met wie wordt samengewerkt, of andere werknemers waar een minder duurzame arbeidsrelatie mee is aangegaan, zoals tijdelijke plaatsen, proefplaatsen, beschut werk e.d.

Het maakt niet uit of de werknemer Nederlands als moedertaal heeft of dat het gaat om een (arbeids)migrant. U kunt de subsidie gebruiken voor een of meerdere opleidingstrajecten of cursussen. Aanvragen worden toegekend op basis van een loting.

Leven lang ontwikkelen (SER)
Het kabinet heeft de Sociaal Economische Raad (SER) gevraagd om een actie-agenda (https://www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen) op te zetten voor een positieve leercultuur. Om invulling te geven aan de actie-agenda Leven Lang Ontwikkelen verzamelt de SER verhalen waardoor anderen zich kunnen laten inspireren, het bouwt een community en adviseert over wet- en regelgeving.

De SER wijst op verschillende mogelijkheden om personeel kosteloos cursussen, loopbaantests en cursussen te laten volgen, zie https://www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen/hulpmiddelen. Hieronder een selectie:

De nationale AI-cursus
Een cursus waarin medewerkers kennis maken met kunstmatige intelligentie (‘artificial intelligence’) en de mogelijkheden. Meer informatie is te vinden op https://www.ai-cursus.nl/

Cisco Networking Academy
Cisco heeft een wereldwijd MVO-programma ontwikkeld onder de naam Networking Academy (NetAcad). Onderwijsinstellingen kunnen gratis gebruik maken van de lesmaterialen (IT-onderwijs). Ook worden gratis online cursussen aangeboden, bijvoorbeeld op het gebied van cybersecurity. Meer informatie: http://netacad.nl/start/

All you can learn
All you can learn is een leerplatform voor personeel werkzaam in de sector zorg en welzijn. Meer informatie: https://www.allyoucanlearn.eu/

Allesuitjezelf
De website Allesuitjezelf is een platform van het A&O fonds Gemeenten en bevat verschillende gratis cursussen voor gemeentepersoneel, bijvoorbeeld op het gebied van effectief communiceren, werken in teams of persoonlijke groei.

oZone
In de online leeromgeving  oZone is allerhande gratis leermateriaal te vinden voor de technische sector. Meer informatie: https://www.ozone.nl/open-e-learning/

Opleidingskosten aftrekken van transitievergoeding
Werknemers hebben aanspraak op een transitie­vergoeding als het dienstverband eindigt of niet wordt voortgezet op initiatief van de werkgever. Het is mogelijk om onder bepaalde voorwaarden bepaalde kosten voor scholing en het vergroten van de inzetbaarheid van de werknemer in mindering te brengen op de transitievergoeding.

Leven lang leren krediet
Mensen die een opleiding willen volgen, jonger zijn dan 56, maar geen recht meer hebben op studiefinanciering kunnen onder bepaalde voorwaarden een lening aanvragen bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De voorwaarden zijn beschreven op de website van DUO. Meer info op: https://www.duo.nl/levenlanglerenkrediet/.

Het kan behulpzaam zijn om een werknemer die bijvoorbeeld meedoet aan een ontwikkeltraject of zich wil bij- of omscholen hierop te wijzen.

Besparen door intern opleiden
Sommige bedrijven hebben slechts een klein budget voor opleiding beschikbaar. Er zijn naast de inschakeling van fondsen ook andere manieren om te besparen op de opleidingskosten. Bijvoorbeeld door:

  • intern opleiden;
  • samen opleiden;
  • doorgeven van kennis;
  • e-learning;
  • kennisdeling via digitale en sociale media.

Intern opleiden
Soms is het mogelijk om scholing te integreren in het werk, bijvoorbeeld door ervaringen op te doen op andere afdelingen. Het is ook mogelijk om een mentor aan te stellen of interne coach, die het leerproces van de werknemer begeleidt. Soms zijn werknemers gecertificeerd coaches, doordat zij de organisatie kennen kunnen zij ander personeel effectief coachen.

Samen opleiden
Soms is het mogelijk om partnerships aan te gaan met andere bedrijven en zo opleidingskosten en  -diensten te delen.

Doorgeven van kennis
Door intervisiegroepen op te richten, waarbij groepen werknemers een bepaalde casus bespreken en leren van elkaars expertise, leren werknemers ‘on the job’. Ook is het mogelijk om werknemers die een bepaalde cursus hebben gevolgd, anderen op te laten leiden. Dit scheelt opleidingskosten voor iedere afzonderlijke werknemer.

E-learning
Er is een breed aanbod aan opleidingen die via internet kunnen worden gevolgd. Dit heet ‘electronic learning’, oftewel ‘e-learning’ (maar het wordt ook wel ‘online leren’, ‘tele-leren’ of ‘elektronisch afstandonderwijs’ genoemd). E-learning wordt vaak gecombineerd met andere media, zoals boeken of cd-roms. De deelnemers krijgen de vrijheid om de lessen op een zelfgekozen tijdstip te volgen en in hun eigen tempo. Soms zijn er tentamens aan verbonden die op lokatie worden afgenomen.

E-learning heeft vaak de vorm van praktijkgerichte opdrachten die direct toepasbaar zijn in het dagelijkse werk. Deze vorm van leren sluit aan bij competentiegericht leren. Managers vinden het vaak belangrijk dat werknemers over bepaalde praktische vaardigheden beschikken. Werknemers kunnen deze competenties in sommige gevallen via e-learning opdoen. Een kennistest via internet bepaalt op welk niveau een werknemer een bepaalde competentie beheerst, waarna de werknemer specifieke delen van een opleiding kan volgen.

E-learning vereist wel een zekere discipline van de deelnemer. Niet alle leerdoelen kunnen worden bereikt via e-learning. Bepaalde bouwwerkzaamheden of het leren omgaan met een bepaalde machine vraagt om oefening in de praktijk. De voordelen van samenwerkend leren of van elkaar leren worden bij e-learning ook niet benut.

Door het onderwijs in digitale vorm te volgen kunnen flinke schaalvoordelen en besparingen worden gerealiseerd. Reistijd, reis- en verblijfkosten worden bespaard. De werkgever moet wel investeren in studieruimte, hard- en software en een online netwerk. Dit is zoals gezegd niet voor iedere werkgever weggelegd.

Kennisdeling via digitale en sociale media
Bedrijven kunnen er ook voor kiezen om online systemen op te zetten om kennis en vaardigheden in op te slaan. Op die manier ontstaat een soort encyclopedie met interne knowhow. Werknemers kunnen hun kennis op die manier met elkaar delen. Ook kunnen zij door te bloggen of een discussie aan te gaan op interne sociale netwerken, kennis delen en leren. Yammer bijvoorbeeld biedt een mogelijkheid voor het opzetten van een intern sociaal netwerk.